Deze straat loopt vanaf het kruispunt Zeestraat/Haltestraat in oostelijke richting tot aan het kruispunt Zandvoortselaan/Haarlemmerstraat/Tolweg.
Het is een belangrijke verkeersader van Zandvoort en werd in de jaren 1881-1882 aangelegd.
Zoals in Bestek en Voorwaarden van 22 juli 1881 staat omschreven, betrof het hier ‘het maken van een straatweg van den laatsten tol op den straatweg van Haarlem naar Zandvoort door de duinen en ombuigende door de plaats Kostverloren, aansluitende aan de terreinen van Nieuw-Zandvoort, met ene brug over den goederen-spoorweg’. De Kostverlorenstraatweg* zoals de weg na gereedkomen heette, zou uiteindelijk doorlopen naar de noordelijke boulevard, die toen nog in zijn geheel Boulevard Barnaart heette.
De duinboerderij Costverloren wordt al genoemd in een kerkelijk doopregister van 16 december 1664. Hij lag aan de buitenzijde van de ook nu nog aanwezige scherpe bocht in de weg. De naam Kostverloren komt in meerdere gemeenten voor. Het woord houdt verband met het bekende gezegde ‘de kost gaat voor de baat uit’, met dien verstande dat bij kostverloren geen sprake is van het verkrijgen van baten uit geïnvesteerd kapitaal, maar verlies. Aan het gedeelte van wat toen nog Kostverlorenstraatweg heette, vanaf de Haltestraat tot aan de boulevard, werd bij raadsbesluit van 14-09-1900 de naam Zeestraat gegeven.
In de jaren tachtig van de 19e eeuw is geprobeerd om Zandvoort als mondaine badplaats een nieuw aanzien te geven. Ten noorden van het bestaande dorp zou een heel nieuw dorp moeten verrijzen dat geheel in het teken van het toenmalige toerisme zou staan. Dit plan is onder de naam Uitbreidingsplan Nieuw Zandvoort de geschiedenis ingegaan. Om dit plan te realiseren kochten de Amsterdamse kooplieden en bankiers G. en J. Eltzbacher in 1881 van de familie Barnaart een duingebied dat aan de noordelijke kust lag, ter grootte van 42 hectaren. Zij brachten dit gebied onder in de NV Zandvoortse Terrein en Hotel Maatschappij. Deze maatschappij werd belast met de verdere ontwikkeling van het Uitbreidingsplan Nieuw Zandvoort, te weten het aanleggen van wegen en het stichten van gebouwen (hotels en villa’s). Centraal in dit plan stonden een overdekte passage en een Kurzaal. Van dit ambitieuze plan is weinig terechtgekomen, hoewel in 1881, het jaar waarin de spoorweg Haarlem-Zandvoort is aangelegd, wel de Passage en de Kurzaal gereed waren. De Passage was via een grote stenen trap met het spoorstation verbonden en telde 26 winkels met bovenwoning; de Kurzaal had aan weerszijden een boogvormige vleugel met in totaal 46 hotelkamers. Verder kan, naast de bouw van enkele alleenstaande villa’s slechts de bouw in 1898-1899 van het Grand Hotel aan de Boulevard Barnaart (gesloopt in 1943) nog als een belangrijk gerealiseerd onderdeel van het plan worden gezien. Het verplaatsen in 1908 van het spoorstation bij de Passage naar de plaats waar het huidige station ligt, droeg bovendien bij aan het feit dat geldschieters terughoudend waren geworden in het financieren van de projecten.

